Hoe smart is een smartwatch? #111
We hebben hem allemaal: een smartphone. Het ding valt niet meer weg te denken uit ons privéleven en uit onze samenleving. Veel mensen dragen daarnaast ook nog een smartwatch, activity tracker of andere wearable. Naast bellen, appen, navigeren en (te veel) tijd doorbrengen op social media gebruiken we deze apparaten om onszelf te monitoren en onze gezondheid en prestaties te verbeteren. Maar hoe nuttig en betrouwbaar is die aanpak eigenlijk? En wat is de keerzijde van het gebruiken van technologie?
Door: NL sportpsycholoog Yannick Balk
Is alles meetbaar (met een smartwatch)?
Technologie is overal in onze samenleving. Het maakt ons leven doorgaans aangenamer en vaak ook efficiënter. We kunnen videobellen over de hele wereld en 1000 boeken meenemen op vakantie. Is het koud buiten? Warm je auto dan vast op met de bijbehorende app. Smartwatches detecteren potentiële hartaanvallen. Technologie dringt steeds meer door in het streven naar een betere gezondheid, minder stress en betere slaap. Met onze smartphone of wearable (bijv. smartwatch of activity tracker) tellen we stappen, calorieën, hartslag, stress en aantal uren slaap. Met name die laatste factor is een interessante om eens bij stil te staan.
Slaapkwaliteit kan dus maar matig ingeschat worden door wearables, toch hechten we er veel waarde aan.
Smartwatch en slaap meten
Polysomnografie is de gouden standaard in slaaponderzoek. In dit type slaaponderzoek wordt gekeken naar ademhaling, zuurstofgehalte, de activiteit van de hersenen, spieractiviteit, snurk en lichaamshouding tijdens de slaap. Tijdens de slaap is de persoon via elektroden verbonden met apparatuur die de metingen verricht. Op basis van deze gegevens kan polysomnografisch onderzoek inzicht geven in de exacte slaapduur en verschillende slaapstadia die iemand tijdens het slapen doorloopt. Met name de slaapstadia zijn bepalend voor de slaapkwaliteit.
Wearables zoals de Oura ring en het Whoop horloge meten ook slaap. Deze apparaten zijn vrij goed in het meten van of iemand wel of niet slaapt: de betrouwbaarheid is 90-95% vergeleken met polysomnografie. Slaapduur kan dus vrij goed ingeschat worden buiten het lab. Kijken we naar het meten van verschillende slaapstadia, dan daalt de betrouwbaarheid naar 60-65%. Slaapkwaliteit kan dus maar matig ingeschat worden door wearables. Toch hechten we er veel waarde aan, waarover later meer.
Mentale gezondheid (depressie, angst en stress)
Een studie uit 2021 keek naar de mate waarin gegevens van smartphones en wearables symptomen van depressie, angst en stress konden voorspellen. Zestig volwassenen die een iPhone en Oura Ring bezaten, werden gedurende een periode van 2 weken gevolgd. Ook werd elke dag naar hun stemming gevraagd, een subjectieve maat. Wat bleek? Alleen subjectief gemeten stemming voorspelde symptomen van depressie, angst en stress. Vooruit, ook de variatie in waar iemand zich bevond op basis van gps-data voorspelde depressieve symptomen (iemand die depressieve gevoelens ervaart bevindt zich waarschijnlijk minder vaak op verschillende plekken).
Objectief vs. subjectief
Bovenstaande laat zien dat het objectief meten van slaap en mentale gezondheid nogal gecompliceerd is. Daarnaast is de voorspellende waarde van objectieve data lager dan die van de subjectieve inschatting van een persoon. Dit laatste is ook meerdere malen gevonden in sport: subjectieve en objectieve metingen van het welzijn van sporters komen over het algemeen niet overeen. Subjectieve metingen zijn daarnaast sensitiever en consistenter dan objectieve metingen voor het meten van trainingsbelasting. Het nut van wearables en de ‘quantified self’ valt dus enigszins te betwijfelen. Het helpt vermoedelijk vooral om patronen bij één persoon te herkennen, maar is minder geschikt voor vergelijking tussen personen.
De keerzijde van technologie
Tot slot is er het risico dat leunen op technologie en data interfereert met ons zelfbewustzijn en daarmee onze zelfkennis. Als je vertrouwt op de parameters van je smartphone of wearable, waarom zou je dan nog bij jezelf te rade gaan hoe je je voelt? In 2021 won Tadej Pogačarde Tour door een fenomenale krachtsinspanning in de laatste tijdrit. Hij reed zonder zogenaamde powermeter, waarop te zien valt hoeveel vermogen iemand levert. Wielrenners weten precies hoe lang ze welk vermogen kunnen leveren, maar Pogačar had geen idee of hij onder of boven zijn ‘kunnen’ reed. Hij reed op gevoel. En daardoor mogelijk harder dan hij voor mogelijk had gehouden.
De keerzijde van technologie is dat het onze eigen waarneming begrensd. We zijn ons minder bewust van onze eigen fysieke en mentale gesteldheid, en pikken signalen minder snel op. Het kan zelfs effect hebben op ons brein: meer gebruik van navigatieapps is gerelateerd aan verminderd ruimtelijk geheugen.
Oplaadtip NL sportpsycholoog
Sta eens vaker stil bij hoe je je voelt. Geef je slaapkwaliteit een cijfer tussen de 1 en 10 als je wakker wordt, en kijk vervolgens eens naar de gegevens die je smartphone of wearable toont. Onthoud dat jouw eigen beleving vaak belangrijker is. Voel jij je uitgerust maar je wearable zegt iets anders? Vertrouw dan op jezelf.
Jezelf monitoren is ook een manier om bewuster te worden van hoe je je fysiek en mentaal voelt. De Drie Batterijen app helpt daarbij, omdat je elke dag scores kunt bijhouden en middels notities inzichten kan toevoegen. Zo kan de combinatie van technologie (een app) en subjectieve input toch nuttig zijn om gezond en optimaal te presteren!
Meer weten als topsporter of recreatieve wedstrijdsporter? Neem contact op met een sportpsycholoog bij jou in de buurt. Of bestel het boek Mindboxing – Het gevecht tussen je oren, geschreven door NL sportpsycholoog Jan Sleijfer en ga zelfstandig aan de slag met de Drie Batterijen methode. Boost your batteries!