Concentreren kun je leren met aandachtscirkels #11
Iedereen bevindt zich wel eens in een situatie waarin hij of zij zich minder goed kan concentreren. In gesprekken met sporters passeren uitspraken als ‘Ik vind het lastig om me op bepaalde momenten goed te kunnen concentreren’ en ‘Ik was alleen maar bezig met het resultaat’ regelmatig de revue. Om meer inzicht te verkrijgen in de mate van concentratie en mogelijke afleidende factoren, ga ik als sportpsycholoog daarom vaak aan de slag met de aandachtcirkels van Eberspächer. Concentreren kun je leren.
Door NL sportpsycholoog Wendy Post
Concentreren en de aandachtcirkels
Eberspächer heeft een model ontworpen dat bestaat uit zes niveaus. Elk niveau staat symbool voor de hoeveelheid aandacht die je voor je taak hebt. Hoe dichter bij het centrum, hoe beter je concentratie. Hoe verder het niveau van het centrum af, hoe meer afgeleid je bent (zie afbeelding aandachtcirkels).
Concentreren: jij en je taak
Als je je als sporter in de binnenste cirkel bevindt, ben je in opperste concentratie. Je bent alleen bezig met jezelf en je taak. Je doel staat centraal in alles wat je denkt en doet. De tweede cirkel staat symbool voor afleidingen uit de directe omgeving. Dit kan het publiek zijn, maar dit kunnen ook fysieke ongemakken zijn. Vaak heb je het verbeteren van concentratie op dit moment nog volledig in eigen hand door je concentratie opnieuw te richten op de uit te voeren taak. In cirkel drie wordt de afleiding globaler. Je wordt afgeleid door de gedachte over hoe het eigenlijk zou moeten zijn. De meest ideale situatie wordt met de werkelijkheid vergeleken. Deze vergelijking wordt over het algemeen als negatief ervaren waardoor het bereiken van je doel stagneert. Voorbeelden van afleidingen uit deze aandachtcirkel zijn: ‘Als ik vroeger naar bed was gegaan, had ik nu alerter geweest’.
Aandachtcirkel en afleiding
De vierde cirkel gaat over winnen over verliezen. Je bent (te) veel bezig met het eindresultaat waardoor je het bezig zijn met je taak helemaal uit het oog verliest. De vijfde cirkel houdt zich bezig met de gevolgen van winnen of verliezen. Je bent dan ver afgedwaald van het centrum van de aandachtcirkels en het wordt steeds moeilijker om je op je taak te blijven focussen. Wanneer je je in de zesde cirkel bevindt, heb je gedachten als ‘Wat doe ik hier eigenlijk?’ en ‘Wat heeft het nog voor zin dat ik dit doe?’ Je doel is niet langer in zicht en het vergt veel tijd om je vanuit deze cirkel weer naar het centrum toe te werken.
Oplaadtip van NL sportpsycholoog
Als sportpsycholoog van NL sportpsycholoog geef ik graag de volgende tip mee: Ga af en toe na in welke cirkel je je op een specifiek moment begeeft. Soms is het goed om even volledig weg te dromen, maar je presteert het best als je geconcentreerd bent en je aandacht niet wordt afgeleid van het hoofddoel.